Jarig, jaren geleden. Ik sta bij de koffiemachine en mijn collega’s feliciteren me. Allemaal op eentje na. Die praat al een aantal weken niet meer met me. Ik heb hem aangesproken op zijn neerbuigende sarcastische omgang met een studente in de les. Ik heb iedere denkbare fout gemaakt die je bij het aanspreken kan maken. En toch heb ik er nog geen spijt van. Soms moet je het gewoon doen: aanspreken.
Met wat ik erna leerde zou ik het wel anders hebben aangepakt. Wat ik leerde?
Naar beneden aanspreken.
Mijn studenten en puberzoons hebben me effectief leren aanspreken. Ze legden feilloos de vinger op de zere plek als ik het niet helder en zuiver deed. Met zinnen als: “korter; wat bedoel je nou precies; waar heb je last van, wat wil je echt”
Ze leerden me dat aanspreken tweerichtingsverkeer is. Als ik niet bereid was te luisteren naar hun standpunt, overtuigd van het mijne, verloor ik vaak acuut hun bereidwilligheid om te luisteren naar het mijne.
Het meest verrassend heb ik geleerd door hun te vragen waarom zij de dingen niet deden zoals ik dat voor me zag en dan te luisteren.
Horizontaal en naar boven aanspreken
De moed om collega’s en leidinggevenden aan te spreken nam toe naarmate ik mijn eigen waarden en toekomstbestendige richting helderder zag. Om mezelf in de ogen te kunnen blijven kijken doe ik mijn best om die waarden en die duurzame toekomst te bewaken. Desnoods spreek ik leidinggevenden aan. Bij het exitgesprek met een college van bestuurslid kon ik dan ook uitleggen op welke verschillen in waarden en toekomstvisie mijn vertrekbesluit gebaseerd was.
Trouwens, het meest griezelige dat ik ooit deed was en plein public, met een mail aan allen en een openbare blog, aanspreken van de mogelijke mismatch tussen bedoeling en werkvorm van onze evaluatievergaderingen.
Het meest trots? Hoe mijn collega en ik ons lieten aanspreken door studenten bij de implementatie van de nieuwe onderwijsvisie.
De relatie met mezelf bepaalt hoe goed ik dit kan.
Mijn ervaring: hoe zelfbewuster, hoe minder heftig ik reageerde op aanspreken, hoe meer ik gefocust aansprak.
Tussen zelfbewust en mij zat perfectionisme. De laatste stap was het perfectionisme laten varen. Zacht leren zijn voor mezelf en de ander. Ja, er valt nog iets te leren, ja we hebben het erover, ja we doen ons best. En soms doen we ons best niet of mislukt het. Dan kunnen we elkaars rugdekking zijn.
Het boek.
In het boek Aanspreken? Gewoon doen! Van Gytha Heins staat al dat, veel meer en anders gesorteerd.
Aanspreken en aangesproken worden, als je dat gestructureerd en onderbouwd wil verbeteren is het een goed boek.
Kopen of zeer langdurig lenen is misschien wel handig als het onderwerp nieuw voor je is. Het is veel informatie en oefenmateriaal. Teveel om in een keer te verhapstukken.
En waar begin je dan het makkelijkst: bij leren aangesproken te worden.

Wat kan ik doen?
Ik kan je helpen met de voorbereiding van een belangrijk aanspreekmoment.
Ik kan een meetup faciliteren rond het boek, hier, in klein gezelschap.
Ik kan een workshop organiseren rondom de beginselen van aanspreken of aangesproken worden.
Neem gerust contact op als iets ervan je wel wat lijkt.
– Ilse Meelberghs
