IMG_2883

Gestopt met feedback geven.

Als je samen de toekomst van eco-samenwerken doet gaat niet alles vanzelf goed. Niet in de relatie en niet in het halen van het doel. Daarvoor is het nodig om samen te kiezen wat je doet en hoe je het doet. Balen is dan wel dat je er met kiezen nog niet bent. Het is ook elkaar scherp houden op die keuzes en de eigen verantwoordelijkheid daarin. Best een klusje dus. Vooral omdat het nog meestal nog geen ingesleten keuzes en gedrag zijn. 

Voor mij balen omdat dat vraagt dat zaken boven tafel komen,  je elkaar aanspreekt, radicaal open bent. Iets wat ik niet van kleins af aan heb geleerd. Jij wel?

Ik vertel eerst even mijn evolutie daarin en daarna wat zo ongeveer de stappen zijn die ik tegenwoordig doorloop. 

Mijn persoonlijke verhaallijn “Feedback geven”

Opgegroeid met “zo min mogelijk de confrontatie aangaan” leerde ik om langs veel heen te leven. Onrust en ongenoegen even te laten voor wat het is en vaak ging het dan gewoon over. 

Eenmaal aan het werk kwam feedback geven om de hoek kijken. In hiërarchie kwam dat vaak neer op de ander vertellen wat ik vond dat ie anders moet doen.

Toen kwamen de kinderen en die weigerden vaker openlijk hun gedrag aan te passen aan mijn wensen. Dat zorgde voor heel wat machtsstrijd tot ik mezelf de vraag leerde stellen. “Voor wie is dit vervelend”. Als het voor het kind vervelend was hielp ik hem om het anders te doen. Als het voor mij een probleem was ging ik in gesprek met het kind. Dan gaf ik aan waarom het mij hinderde en wat ik nodig had. Mensen die in aanraking zijn gekomen met geweldloze communicatie herkennen dit wel: herken en erken de emotie, vind uit vanuit welke persoonlijke behoefte die ontstaat en ga daarover in gesprek met de ander. Vaak komt er dan een oplossing die goed is voor allebei. Stel je hier trouwens geen ellenlange gesprekken voor. Ik roep nu dat ik door hen heb geleerd om het in ėen zin te formuleren omdat anders het momentum bij de kinderen voorbij was. *grijns*

Daarna ging ik lesgeven aan economiestudenten over feedback geven. Bleek aandacht voor het geven van complimenten ook nodig. Blijkbaar zijn we in het geven van terugkoppeling zo bezig met hoe het nog mooier en beter kan, dat we vergeten te zeggen wat we zien dat al wel lukt en waar we van genieten. In literatuur werd toen het compliment nog vaak gebruikt om de “slechte boodschap” te verpakken. Iets wat door bijna iedereen als een trucje wordt ervaren en het compliment teniet doet.

Toen ik  vervolgens ging samenwerken op basis “ik heb respect voor je talent en kwaliteiten” kwam er een nieuwe uitdaging. Als iemand goed is in iets en ik daarom met diegene samenwerk, dan heb ik ook respect te hebben voor wat ie niet is. Iemand die heel creatief is, is waarschijnlijk niet super gestructureerd. Kwestie van in de rol- en taakverdelingen daar rekening mee te houden. Het gaat en het is wennen om rollen en taken aan te passen aan wie iemand is.

En als laatste, bij het gelijkwaardiger en zelfsturender samenwerken kwam ik nog leerding tegen. Als de ander goed is zoals ie is en recht heeft op zijn eigen pad, dan geef je op een andere manier terugkoppeling over de samenwerking.  Het gesprek verschuift dan van “dit zou jij anders moeten doen” naar “hoe gaan we hier samen mee om”.  Ik mag voelen en vinden dat iets niet richting doel gaat. Het is mijn taak en verantwoordelijkheid om dat op een gepast moment op tafel te leggen. Dat gepaste moment is trouwens niet als ik al helemaal boos en gefrustreerd ben. Dat ligt veel eerder. Voor mij, gezien mijn persoonlijke verhaallijn, moeilijk. Dus het overkomt me toch nog dat ik te lang wacht. Ik ben dan ook altijd dankbaar voor ingeplande momenten waarbij in een veilige setting dit gedaan wordt. Soort van onderhoud van de samenwerking, in alle rust en zonder aanleiding. En ik merk dat ik veel moediger wordt als het doel me dierbaarder is. 🙂

Dat is waar ik dus nu sta. Ik geef dus eigenlijk zelden nog feedback op de persoon. Ik heb het veel meer over wat nu nodig is om vooruit te komen en wat ieders rol daarin kan zijn.

Samengevat

Voor wie stappenplannen fijn vindt, schrijf ik hieronder op wat zich in mijn hoofd en gedrag achtereenvolgens meestal afspeelt. 

Stap 1: Ik maak een gewoonte van uitspreken wat ik voor mooie dingen zie gebeuren. 

Stap 2: Ik voel ongemak, onrust en ongenoegen. Is het van mij, een persoonlijk leerpunt, of klopt er iets niet in de samenwerking. Ik haal hier mijn persoonlijke shit eruit. Soms stopt het dan.

Als het iets is in de samenwerking…

Stap 3: Kan ik het laten om verbeterpunten te benoemen. Het niet doen dus. Om dat te bepalen zijn de hoofdvragen:  komt het doel van de samenwerking in het gedrang of vraagt de ander om ondersteuning?

Als de ander om ondersteuning vraagt …

Stap 4: Ik probeer helder zonder oordeel te benoemen wat ik zie en vertel over strategien om ermee om te gaan. Op verzoek kan ik ook nog aangeven hoe je je die strategie eigen maakt.

Als het doel van de samenwerking in het gedrang komt …

Stap 4: Ik zet in alle rust op een rijtje waarom ik meen dat het doel in het gedrang komt.  

Stap 5: Ik neem de verantwoordelijkheid om het op tafel te leggen. Ik mail, ga het gesprek aan, … Ik doe dat wat nodig is om het op tafel te krijgen., ook als mijn manier niet fraai of perfect is.

Stap 6: Ik ruim de rommel op. Simpel, als je in de relatie rommel maakt, ook al is het voor een goed doel, dan ruim je die ook weer op. 

Levert dit je nieuwe gezichtspunten rond samenwerken en dr rol van feedback geven op?

  – Ilse Meelberghs