Het nieuwe dagritme ondersteunt het, beetje bij beetje, steviger te staan op de plek die ik wil innemen:
Mijn volgende werk is iets met zichtbaar gemaakte liefde.
En denk bij het woord liefde aub aan Agape, de onvoorwaardelijke verzoenende liefde. Niet dat romantische gedoe van de TV.
Agape in werk, wat lukte er al wel?
Mijn eerste carrière als bedrijfseconoom bevestigde dat geld/winstmaximalisatie een belangrijk doel is in dat werk. Ik leerde om processen zodanig in te richten dat het doel gehaald werd en vond dat beregaaf. Toen dat ging wringen met de liefde voor mensen en aarde was het tijd om te stoppen. De eerste bewustwording met bijbehorende actie dat voor mij:
Het alleen belangrijk is succes te hebben als er ook volop liefde door het hart/lichaam/leven stroomt (uit: Kracht van echte Vrouwen, David Deida)
In mijn tweede carrière als docent is het gelukt om op meerdere momenten liefde voor studenten (en de aarde) te laten voelen tijdens de interacties/lessen. Volhouden vroeg wel herstelwerk thuis. Ik leerde leerprocessen zodanig in te richten dat de kans erop groter werd… supergaaf. Toch kon ik maar een deel laten zien van wat ik weet dat mogelijk is. Liefde zichtbaar maken in een op hoofd/het systeem-gerichte omgeving is voor mij niet eenvoudig. Dat is makkelijker in een hoofd/hart/handen en een het/wij/ik omgeving. Op een gegeven moment was het ook tijd om daar mee te stoppen. Op zoek naar hoe ik ruimte schep voor meer en naar een manier om dienstbaar te zijn zonder zelfopoffering.
Nu ik aan het onderzoeken ben wat mijn derde carrière wordt realiseer ik me hoe ik vorig jaar in het boek “Imaginary world, Keri Smith” mijn werktoekomst krachtig heb verbeeld.

Toen joeg die verbeelding me de stuipen op het lijf. Omdat ie raakte en ik geen idee had HOE DAN? Inmiddels veroordeel of verstop -vooral voor mezelf- ik het verlangen ernaar niet meer. Ik laat het rustig groter worden. Stel mezelf zachtmoedig vragen: Hoe dan? Wat zie, voel, hoor, doe ik dan? Hoe kan ik Nu oefenen?
What if liefde volop wordt toegevoegd?
Op de achtergrond realiseer ik me dat een aantal werkovertuigingen en -patronen op de schop gaan. Overtuigingen/patronen waarvan ik aannam dat ze waar waren en dat aanpassen schier onmogelijk was. Dit schrijven is een “sorteerhoed” om de vragen en perspectiefwissels die het richten op binnenin (versus wat zouden ze willen en wat is gebruikelijk) opleverde te structureren.
Eigenlijk stelde ik me de vraag:
Wat gebeurt er met werkconcepten als ik er liefde aan toevoeg.
Ik ga wat van die concepten langs.
Leiderschap
De definitie van leidinggeven verandert: van beïnvloeden gedrag van medewerkers richting een doel, naar het ondersteunen van gedrag mensen richting de bedoeling. En die bedoeling kan niet geld zijn, het is iets liefdevols, dienend aan het grote geheel, aan de aarde en/of zijn bewoners.
Mijn voorkeur leiderschapsstijlen blijken: transformationeel, spiritueel, persoonlijk, natuurlijk en activistisch (voordoen).
Mijn voorkeur ondersteuningsstijl is socratisch en ontwikkelingsgericht.
Leiderschap is voor mij gericht op de behoeften van de ander, spiegelen aan de bedoeling van de ander en het werk, samen onderzoeken wat nodig is om te kunnen shinen, en het dan loslaten. Het is dan aan de ander.
DOOR-vraag:
- Wil ik nog wel leidinggeven, ook al is dat richting bedoeling of wil ik inspireren en coachen rondom persoonlijk leiderschap, verbeeldingskracht, liefde in werk, de persoonlijke basisveiligheid van waaruit transformatie mogelijk is?
- Hoe ondersteun ik mensen opdat ze zelf kunnen bepalen of hun gedrag richting bedoeling gaat, of niet. Welke toetsing en feedback (up,back,forward) is daarvoor nodig?
- Hoe ondersteun ik het lef om aan te geven wat ze nodig hebben om te ontwikkelen, ander gedrag te kunnen laten zien?
Geld als aanmoediging
Geld is belangrijk voor het brood op de plank. Ik ontvang het graag als mensen blij zijn met wat ik nu aanbied en het mij gunnen dat ik op deze weg doorga, het de wereld gunnen dat er meer van komt. Want zonder aanmoediging komt er geen brood op de plank en wordt uitgeweken naar een andere vorm. En daarmee is geen geld ervoor geven ook een hele handige manier om ervoor te zorgen dat er niet meer van komt in deze wereld.
DOOR-vraag: Hoe weet ik, als ik geen geld krijg, wat daarvan de dieperliggende oorzaak is (zien, gunnen, vorm).
Tijdelijke overschotten aan geld kunnen worden geïnvesteerd om ontwikkelingen – dienend aan het grote geheel- mee mogelijk te maken, aan te moedigen. Ik zou wel graag het totale bedrag terugontvangen op het moment dat zich bij mij een tekort aan geld voordoet.
DOOR-vraag: Kan ik echt afstappen van “recht hebben” op rente en/of dividend? Kan ik daarin nog verder gaan en uitgaande van overvloed ervan uit gaan dat het niet terug hoeft omdat tekorten worden opgelost?
Op deze laatste vragen zit megaveel “dat kan echt niet”-weerstand. Boeiend! In de natuur slaan ze ook maar beperkt water en voedsel op. #overgave. En regen vraagt ook niet om rente *grijns*
Het moment als doel
Ik vind het vreselijk gaaf om de bedoeling helder te verwoorden/verbeelden.
Als ik dan vervolgens aan werk denk, heb ik vanuit het verleden erg de neiging om vervolgens afgeleide doelen te stellen. Dit om makkelijker te kunnen monitoren of bepaalde acties de goeie richting uitgaan.
Inmiddels heb ik al een aantal keren ervaren dat verbeeldingen van me zodanig kracht hebben dat -zonder dat ik er bewust aan werk- toch daar uitkom. Onmeetbaar natuurlijk want hoe vergelijk je een verbeelding met de werkelijkheid. Toch weet ik intuïtief dat het klopt.
Wat daarvoor nodig is, is helder verbeelden/verwoorden en het vervolgens niet zo belangrijk te vinden dat en hoe het waar wordt.
Dat loslaten schept ruimte. Het huidige moment is niet een middel om het doel te bereiken.
Het doen zelf op elk moment is zijn eigen vervulling (uit: De stilte spreekt, Eckhart Tolle)
Nu is op zichzelf krachtig. Alleen in het moment kan ik aanvoelen -als ik present ben- wat er wil ontstaan en daarnaar handelen. Alleen in het moment – als ik open en zonder oordeel ben- herken ik hulp die de bedoeling kan helpen waarmaken.
Het leidt enorm af als ik er dan bewust mee bezig moet zijn of ik mijn doel wel haal, of deze weg wel diegene was die we vooraf hadden bedacht.
Mijn focus ligt op present zijn/handeling/interactie in dit moment.
DOOR-vraag:
- Kan ik met opgelegde, van de bedoeling afgeleide, doelen in een werksituatie op dezelfde manier omgaan als met mijn verbeeldingen?
- Wil ik überhaupt nog wel opgelegde afgeleide doelen als houvast?
- In werk de focus verleggen: van het doel naar hoe het doel gehaald wordt; van het reisdoel naar de reis. Hoe dan?
Ik oefen dit heel intensief nu. Aandacht voor HOE ik er ben in ontmoeting, kook, schoonmaak, verbouw, tuinier, wandel, mediteer, lees, verwerk, integreer. Eerlijk is eerlijk, het helpt dat er relatief weinig externe prikkels zijn. Ik kan mezelf aandachtiger waarnemen.
Maar er is ook een tweede soort werk. De mensen doen dit ook om brood op de plank te hebben, maar tegelijkertijd proberen ze elke minuut ervan een daad van Liefde te laten zijn, van toewijding aan de andere. Dit soort werk noemen we Offerande. Want er kunnen twee mensen zijn die hetzelfde eten koken en exact dezelfde ingrediënten gebruiken, maar de ene legt Liefde in wat hij doet, terwijl de ander alleen maar zijn buik wil vullen. De resultaten zullen totaal verschillen, ook al kan zoiets als liefde niet worden gezien of op een weegschaal gelegd. (uit: Manuscript uit Accra, Paulo Coelho)
Schaterlachen met patronen
Processen, overtuigingen en patronen. In het bedrijfsleven zijn ze ontstaan, gebaseerd op de grote overtuiging dat winstmaximalisatie de bedoeling en het doel van de organisatievorm is. Dat blijven voortbestaan de norm is. Vervolgens is er heel goed nagedacht over hoe dat het beste verwezenlijkt kan worden. De instrumenten daarvoor enorm verfijnd.
Als ik in gedachten iets nieuws in de mix gooi: liefde en bedoelingen (=missies) dienend aan het grote geheel, aan de aarde en/of zijn bewoners, dan werken volgens mij een aantal van die processen, overtuigingen en patronen maar half, of helemaal niet meer.
De ellende is dat ze zo serieus worden genomen. Voor sommige mensen/beroepen lijkt hun identiteit ervan af te hangen. Inclusief van mezelf nog niet zo lang geleden :). Het blijkt niet zo eenvoudig om te kunnen vaststellen: dit bedrijf was nuttig voor de wereld en nu niet meer. Dit proces was nuttig voor de organisatie en nu niet meer. Deze overtuiging heeft ons ver gebracht en is niet meer nodig.
Deze week liep ik met een aantal vrouwen over de Meinweg en ik bracht zo’n patroon bij mezelf ter sprake. Dat ik, nu ik het zag, ook zag hoeveel tijd ik heb verspild. Begrip … en er werden grapjes over gemaakt. We liepen schaterlachend door. No way dat je op een zonnige Meinweg, in fijn gezelschap (mens en natuur) lang kan blijven hangen in die “crisis”.
Het is heerlijk … glimlachen, grinniken, schaterlachen als je onhandigheden, fouten, blunders waarneemt en met die wijsheid op zak doorbewegen.
DOOR-vraag: Wat is nodig om ontspannen, met humor, naar processen, overtuigingen en patronen te kunnen kijken.
Vernieuwen en de menselijke maat
Het heeft heel lang geduurd maar uiteindelijk viel het kwartje. Ook in de natuur gaat het niet om groeien, wel om vernieuwen.
Mij geeft dat ademruimte want ik probeer mijn leven te spiegelen aan natuur (natuur is er, succesvol, al veel langer dan mensen) en meende de hele tijd te zien dat onze groeifetisj in de economie werd bevestigd door de natuur. Dat ja, …. groeien! Anders komt het niet goed. Dan ga je dood. Tot ik doodgaan ging zien als een andere vorm aannemen, vernieuwen. Omdat de vorige vorm klaar is.
Wat daar lekker aan is, is dat het veel eenvoudiger is om de menselijke maat te behouden in de organisatie. Bij steeds maar groeien wordt het vaak lastig om nog te kunnen overzien wat er te doen is en wat de betekenis/zin van mijn werk is.
Grappig is dat de menselijke maat vernieuwen ook makkelijker voor me maakt.
DOOR-vraag: Kan ik echt doorvoelen dat menselijke maat en vernieuwend succesvol is, als het gewenst is en er liefde/leven doorgegeven wordt? Of zitten daar nog wat oude overtuigingen rondom succes in de weg?
Oerveiligheid
Ik realiseer me pas sinds kort hoe veilig ik me voel en wat een geschenk en kracht dat is. Mijn authenticiteit en mijn verbondenheid met het universum maken dat ik mijn eigen “safe place to be fearless” bij me heb. Het is de grond/basis/bedding van waaruit ik ben/creëer en handel.
DOOR-vraag: Kan ik die oerveiligheid doorgeven?
Zielsgelukkig
Ik vond het lastig liefdevol aanwezig te zijn op werk waar een deel van me gevraagd wordt aanwezig te zijn en een deel van me word afgewezen (bvb intuïtie, beelden, liefde, nieuwsgierigheid, tegengeluid) cq thuis mag blijven. Het reageren op de onuitgesproken afwijzing kostte energie die niet voor liefdevol handelen kon worden gebruikt. De vraag is of ik daar met die versterkte oorveiligheid daar nog in die mate last van heb.
Ik ben voorbij het punt dat ik het ok vind dat maar een klein deel van me gevoed wordt tijdens het werk en de rest thuis moet worden aangevuld, bijgetankt. Mijn volgende werkplek voedt ook gewoon tijdens het werk. Dat betekent dat er plek is voor natuur, liefdevol eten, muziek, taal, visualisatie, beweging.
De bedoeling en het doel:
Mijn leven is mijn liefdevolle kunst en mijn werk is daar een onderdeel van. Er is geen verschil in Zijn op het werk en daarbuiten. Dat maakt mij zielsgelukkig.

DOOR-vraag: Wat wordt in carrière 3/deze levensfase de vorm van mijn kunst, de zichtbare vorm van liefde?
PS En nu dus loslaten wanneer en hoe dit waar wordt *grijns*
– Ilse Meelberghs – Moment toekomstmuziek